Chrysler 100 jaar

Hieperdepiep: Chrysler 100 jaar!

Op 6 juni 1925 werd de Chrysler Corporation officieel opgericht. Ooit was Chrysler een van de machtigste autobouwers ter wereld: innovatief, stijlvol en dominant, vooral in het gouden tijdperk van Detroit. Een terugblik op een eeuw Chrysler: een merk met grootse ambities en even grote uitdagingen.

Oprichter Walter P. Chrysler, was geen doorsnee autobouwer. Hij werkte zich op vanuit de spoorwegwereld en werd begin jaren ’20 aangetrokken om het noodlijdende Maxwell Motor Company weer succesvol te maken. Dat lukte, en hoe. In 1924 introduceerde hij onder de Maxwell-vlag een gloednieuwe auto: de Chrysler Six. Die bood een zeldzame combinatie van prestaties, kwaliteit én geavanceerde techniek, zoals hydraulische remmen. Het succes was overweldigend, en op 6 juni 1925 werd Chrysler als zelfstandig merk gelanceerd.

Opmars

In de jaren ’30 groeide Chrysler uit tot een van de ‘Big Three’ in Detroit, naast Ford en General Motors. Het merk onderscheidde zich met techniek en degelijkheid. Ook werd het pionier op het gebied van aerodynamica, met modellen als de Airflow. Helaas: zijn tijd ver vooruit, maar commercieel geen groot succes.

In 1928 kocht Chrysler het merk Dodge en richtte het de submerken Plymouth en DeSoto op. Daarmee had het een breed portfolio en kon het concurreren in vrijwel elke prijsklasse.

De hoogtijdagen: jaren ’50 en ’60

De naoorlogse decennia waren de glorietijd van Chrysler. De styling werd flamboyant onder invloed van Virgil Exner, die de beroemde ‘Forward Look’ introduceerde, met vinnen, chroom en dramatische lijnen. Modellen als de Chrysler 300 ‘letter series’ waren de muscle cars van hun tijd: luxe coupés met brute V8-kracht en elegante flair. Chrysler had bovendien een reputatie in NASCAR, waar het met HEMI-motoren records brak.

Ook technologisch liep het merk voorop. Chrysler was bijvoorbeeld betrokken bij ruimtevaartprojecten (via zijn luchtvaartdivisie) en bracht vroege automatische transmissies op de markt. In de jaren ’60 was het concern goed voor miljoenen verkochte auto’s per jaar.

De lange val naar beneden

Toch ging het langzaam bergafwaarts. De oliecrisis van de jaren ’70 raakte Chrysler hard; het merk had zwaar ingezette op grote auto’s terwijl de markt kleinere, zuinigere modellen eiste. In 1979 moest de Amerikaanse overheid ingrijpen met een noodlening van 1,5 miljard dollar. Onder leiding van Lee Iacocca krabbelde Chrysler weer overeind.

Sindsdien volgden er fusies, overnames en herstructureringen: met Daimler in de jaren ’90, met Fiat na de financiële crisis van 2008, en sinds 2021 is Chrysler onderdeel van Stellantis. Maar van het eens zo dominante merk is weinig over: tegenwoordig voert Chrysler nog slechts één model, de Pacifica-minivan en oké, de Voyager die daar een derivaat van is.

Een jubileum in de schaduw

Chrysler viert zijn 100e verjaardag zonder grootse fanfare, en dat is ergens ook maar goed ook. Het merk leeft nog, op papier. Maar de magie, de ambitie en de grandeur van weleer? Die zijn al lang vervlogen.